Inmiddels oud-minister Van der Laan (WWI) heeft nog voor de val van het kabinet besloten de bouwregelgeving aan te passen, zodat onderhoud aan gebouwen op een veiligere manier kan worden verricht. Dit blijkt uit een brief aan de onderhoudsbranches die op hoogte werken. De benodigde gebouwvoorzieningen voor veilig onderhoud zullen worden getoetst bij aanvraag bouwvergunning. Als er geen voorzieningen zijn voor veilig onderhoud, zal er geen bouwvergunning meer worden verleend. Diverse onderhoudsbranches werken op hoogte aan gebouwen. Jaarlijks gebeuren er vele arbeidsongevallen met soms dodelijke afloop. Door eisen te stellen aan gebouwvoorzieningen wordt het werken op hoogte veiliger. Hans Simons, voorzitter van de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB) is verheugd. ‘Dit is een grote stap voorwaarts voor alle onderhoudsbranches.’ OSB pleit al vele jaren voor aanpassing van de bouwregelgeving.
Cees Woortman, directeur / secretaris van VEBIDAK, de branchevereniging voor bitumineuze en kunststof dakbedekkingsbedrijven, geeft aan dat de langdurige strijd voor veiligere arbeidsomstandigheden door een aanpak bij de bron een sterke impuls zal krijgen. Door het toetsingskader dat door het ministerie van SZW is opgesteld in samenwerking met de verschillende onderhoudsbranches, worden de benodigde voorzieningen verplicht. Denk aan lichtstraten voorzien van doorvalbeveiliging, dakrandbeveiligingen, veilige vaste dakopgang of ladderopstelplaats en indien nodig op basis van een project RI&E permanente aanhaakvoorzieningen. De onderhoudsbranches vertegenwoordigd in het Platform Preventie Valgevaar (Hoofdbedrijfschap Ambachten) zullen de informatievoorziening over het toetsingskader actief oppakken. Ook wil dit Platform een jaarlijkse prijs in het leven gaan roepen voor het gebouw met de fraaiste voorzieningen voor onderhoud.
Tijd en kosten
Door de regelgeving bij de aanvraag van de bouwvergunning neer te leggen wordt een juridische strijd voorkomen. Als de voorzieningen voor onderhoud niet op orde zijn, moeten gebouwen achteraf aangepast worden. Met hoge bijbehorende kosten. De gebouweigenaar moet dan de juridische strijd aangaan met projectontwikkelaar en bouwonderneming. Uit de jurisprudentie blijkt dat deze strijd wel gewonnen wordt, maar het vergt veel tijd en kosten.
In de brief aan de onderhoudsbranches benadrukt minister Van der Laan dat ‘nu reeds begonnen kan worden met goede voorlichting te geven omtrent het toetsingskader. Voordeel hiervan is dat het vrijwel direct in de praktijk kan worden gebracht en dat het partijen, gedurende de tijd dat er nog geen regelgeving is, bewust maakt van het probleem.’