Met de ambitie van overheden om emissieloos te bouwen is op zichzelf niets mis, maar voor de grond-, weg- en waterbouwers is het makkelijker gezegd dan gedaan. De mkb-infrabedrijven willen graag, maar het moet allemaal wel haalbaar en betaalbaar zijn. En zo ver is het nog lang niet, schrijft MKB Infra-voorzitter Philip van Nieuwenhuizen in zijn column voor Infrasite.
Steeds meer gemeentes omarmen klimaatambities. Daar is helemaal niets mis mee. Bijdragen aan de realisatie daarvan kunnen worden geleverd – of beter afgedwongen worden – door middel van overheidsaanbestedingen. Dat is lekker makkelijk, maar daarbij wordt heel vaak een aantal randvoorwaarden uit het oog verloren. De bedrijven die vanuit de GWW-sector meedoen aan overheidsaanbestedingen, hebben voor hun broodwinning geen andere optie dan overheidsopdrachten, dus ook geen keus in hun verduurzamingstraject.
Als een bedrijf als Unilever of AKZO ervoor kiest om bijdrages te leveren aan een duurzame wereld, dan kunnen ze daar plat gezegd eerst goed over nadenken, dan zelfstandig beslissen, vervolgens een geleidelijk transitietraject voor opstellen en de kosten verdisconteren in hun financiële lange termijnplanning, want niet alles hoeft morgen te worden terugverdiend.
Zo niet bij GWW-bedrijven, want die worden geconfronteerd met de eis dat ze duurzaam moeten produceren. Dat moet meestal meteen, want anders lopen ze de opdracht mis. En als de opdrachtgever er al wat extra budget voor had ingecalculeerd – wat meestal niet het geval is – dan er is (nog) geen horizon dat de extra kosten van machines die twee tot drie keer duurder zijn dan traditionele machines, op korte of middellange termijn worden terugverdiend.
Voldoende laadcapaciteit
Bij de kosten houdt de inefficiëntie van emissieloos materieel nog niet op. Het materieel dat al beschikbaar is heeft een veel beperktere capaciteit dan traditioneel materieel en het moet dus om de zoveel tijd worden opgeladen. In die tijd is het niet beschikbaar voor productie. Als er al voldoende laadcapaciteit is ter plekke, want je steekt niet even gauw een geaard stekkertje in het stopcontact van de buurman om een elektrische kraan op te laden, zo er in het veld al een buurman dicht genoeg bij is om met je verlengkabeltje stroom te tappen.
Maar nu hebben we de ondernemer gevonden, die zich door al die dingen niet uit het veld laat slaan en alles aan de kant zet om maar duurzaam te produceren. Hij vindt de nog zeer zeldzame producent van materieel die al een bouwkraan met voldoende kracht heeft ontwikkeld, maar dan komen de volgende hobbels op zijn weg. Er zal gefinancierd moeten worden. De bank geeft geen groen licht, want hoe kun je de bank overtuigen dat je met je twee tot drie keer zo dure machines voldoende opdrachten in de wacht gaat slepen om je machine terug te verdienen, terwijl je concurrenten met oud en bijna afgeschreven materieel kunnen calculeren en dus goedkoper zullen inschrijven?
Het onderspit delven
De bank heeft nog lang geen boodschap aan de politieke klimaatambities, zolang die geen garantie bieden dat er voldoende opdrachten komen waar de prijs van duurzaamheid geen rol speelt. En ook banken weten dat die ambities in realiteit nog heel vaak het onderspit delven als het om de besteding van publieke middelen gaat. Want je kun de gemeentelijke euro maar één keer uitgeven en dan hebben we liever meer zorg, een mooier wijkcentrum en een aantrekkelijkere binnenstad dan onzichtbare emissiebeperkingen.
Onze ondernemers willen graag de uitdaging aangaan, maar dan wel op een manier die hen niet voor onmogelijke opgaven stelt. We hebben het nog niet gehad over de beschikbaarheid van het betreffende materieel. Want hoe breed de ambities ook worden gedragen in Nederland, voor de producenten van emissieloos materieel is het volume van onze materieelmarkt veel te klein om extra stappen te zetten in de ontwikkeling van materieel. Met als gevolg dat als alle overheidsopdrachtgevers in Nederland vast blijven houden aan hun ambities, vooralsnog 99 procent teleurgesteld zal moeten worden.
Routekaart emissieloos bouwen
Het is daarom goed om samen te werken aan een realistische nationale ambities in plaats van lokale quick wins te willen bereiken. MKB INFRA heeft daarbij hoge verwachtingen van de Routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen, die door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in nauwe samenwerking met alle relevante partijen – waaronder de brancheorganisaties in de bouw en infra, onder meer verenigd in het Emissieloos Netwerk Infra en De Groene Koers – wordt opgesteld in de komende maanden.
Intussen vragen wij alle overheidsopdrachtgevers om geduld te hebben en vooral ook aangesloten te blijven bij de routekaart. De sector wil heel graag aan alle wensen tegemoet komen, maar wel op een haalbare en betaalbare manier.